Oost-west oriëntatie van PV-panelen
PV-installaties kleiner dan of gelijk aan 10 kWp beschikken op dit moment over een terugdraaiende teller. Het distributienet is hier een oneindige buffer. Met de komst van de elektronische teller kunnen de energiestromen van afname en injectie gescheiden worden in de facturatie. Door de complexiteit van de energiemarkt en hoge distributiekosten is de energie die afgenomen wordt van het elektriciteitsnet vele malen (tot 6X) duurder dan de elektriciteit die aan het net geleverd wordt. Zelf gebruiken van de geproduceerde energie/elektriciteit is dus het meest kostenoptimaal.
Hoeveel van eigen geproduceerde energie wordt direct verbruikt?
Het eigenverbruik van een installatie is het aandeel van de geproduceerde energie dat direct zelf verbruikt wordt en dus niet op het net geïnjecteerd wordt. Het aandeel ‘eigenverbruik’ hangt af van het verbruiks- en opwekkingsprofiel. In onderstaande grafiek zijn een opwekkings- en verbruiksprofiel afgebeeld. Het eigenverbruik situeert zich daar waar de twee overlappen (gearceerd). Veel eigenverbruik, weinig injecteren op het net is kostenoptimaal. Grote PV-installaties of installaties met een totale jaarlijkse energieproductie niet veel lager dan het totale jaarverbruik, hebben veel kans op injectie tijdens de middaguren. Vooral als ze klassiek zuidgeoriënteerd zijn. Spreiding van deze productiepiek is aangewezen.
Het opwekkingsprofiel aanpassen aan het verbruiksprofiel
Door de oriëntatie aan te passen naar oost-west zal er ‘s morgens of ‘s avonds meer opwekking zijn waardoor de opwekking beter volgt op de vraag. Het productieprofiel is meer verspreid en kan meer overlappen met het verbruiksprofiel.
Een afwijkende oriëntatie – ten opzichte van een pure zuidoriëntatie – heeft een positieve invloed op het eigenverbruik, maar een nadelige invloed op de productie. Een zuiver zuidgeoriënteerde installatie zal een hogere totaalopbrengst hebben. In onderstaande grafiek is de piek van de oranje curve (Z, 35°) hoger dan de piek van de twee andere curves (OZO, 15° en WZW 15°).
Simulaties leren dat het toepassen van spreiding (oost-west oriëntatie) een compromis moet zijn met de productieopbrengst (zuidoriëntatie). Oriënteren naar oost-zuid-oost en west-zuid-west is financieel optimaler dan oriënteren naar het pure oosten en westen.
Als technische randvoorwaarde geldt dat per string maar één oriëntatie mag aangesloten worden. De opbrengst van panelen in serie is evenredig aan de opbrengst van het paneel met het slechtste rendement. Meestal heeft een omvormer aansluitvoorzieningen voor meerdere strings. Spreiding van panelen naar meerdere oriëntaties houdt in principe geen meerkost in.
Wanneer wel/niet oost-west oriëntatie toepassen?
Bij hoge injectievergoedingen zal het interessant zijn om zoveel mogelijk te produceren. Of de geproduceerde energie zelf verbruikt wordt of geïnjecteerd, beide energiestromen zijn in dit geval financieel interessant. Hoe meer, hoe beter. PV-installaties met hoge injectievergoedingen kunnen volledig zuidgeoriënteerd worden opgesteld.
Hoge eenheidsprijzen voor elektriciteit afname van het net maken het belang van een hoog eigenverbruik groter. Afname van het net vermijden kan door zo veel mogelijk eigen geproduceerde energie zelf te verbruiken. In geval van hoge eenheidsprijzen bij afname van het net zal een oost-west oriëntatie in vele gevallen interessant zijn.
Bij grote PV-installaties – installaties met een totale jaarlijkse energieproductie niet veel lager dan het totale jaarverbruik – is de kans op injectie groot. Energie op het net injecteren is financieel meestal niet interessant gezien de relatief lage injectievergoeding. Bij grote PV-installaties zal het vaak interessant zijn om de oriëntatie te verspreiden naar het oosten en westen.
Besluit
Omdat elke installatie specifieke eigen randvoorwaarden heeft – beschikbare dakoppervlakte, verbruiksprofiel, eenheidsprijs bij afname van het net, injectievergoeding, … - blijft het maatwerk om het optimaal verband te zoeken tussen verbruiks- en opwekkingsprofiel.