Wat brengt een warmtepomp op?
Het rendement van een warmtepomp wordt vaak uitgedrukt als de Coëfficiënt Of Performance (COP), maar dit theoretische rendement houdt geen rekening met het verbruik van pompen, ventilatoren, buffervatverwarming, naverwarming, enz.
Het reële rendement wordt op jaarbasis weergegeven als de Seizoensprestatiefactor (SPF) en op maandbasis als de Prestatiefactor (PF). Een SPF van 3 betekent bijvoorbeeld dat 1 eenheid elektriciteit wordt omgezet in 3 eenheden warmte.
De aanleg van een warmtepompsysteem vergt naargelang het concept en dimensionering heel wat investeringen. Dit hangt in de eerste plaats af van de warmtebron die plaatselijk beschikbaar is (de grond, het grondwater, de buitenlucht, de lucht uit het centraal kanaal, de mest …) en het warmteafgiftesysteem.
Het besparingspotentieel van warmtepompen is aanzienlijk, maar dit is sterk afhankelijk van verschillende omgevingsfactoren.
Temperatuur en debiet van de warmtebron
- Bodemwarmte: grondwaterwarmtepompen met horizontale captatienetten zijn overal toepasbaar maar vereisen een groot oppervlak. Verticale putboringen bieden een meer constante Coëfficiënt Of Performance (COP) in de winter.
- Buitenlucht: vereist weinig ruimte, is onbeperkt beschikbaar en kosteneffectief, maar de COP daalt sterk bij temperaturen onder 5°C.
- Ventilatielucht, waswater luchtwasser, mest, vloer: bieden min of meer constante brontemperaturen, maar zijn beperkt beschikbaar.
Verschil in temperatuur tussen bron en afgiftesysteem
- Het rendement van warmtepompen is sterk afhankelijk van dit temperatuurverschil. Hoe lager het verschil, hoe efficiënter de warmtepomp werkt.
Vermogen en aantal draaiuren
- Het rendement van een warmtepomp wordt beïnvloed door het vermogen en de tijd dat het systeem actief is.