Verlichting bij varkens
Varkensstallen zijn doorgaans gekenmerkt door specifieke omstandigheden, waaronder hoge temperaturen, lage plafonds, en een aanzienlijke uitstoot van ammoniak en waterstofsulfide (H2S). Daarnaast zijn lage lichtniveaus en beperkte branduren eerder regel dan uitzondering, met uitzondering van enkele specifieke afdelingen zoals de dekafdeling bij zeugen en de biggenbatterij. Dit resulteert meestal in het gebruik van fluorescentieverlichting, die beter bekend staat als TL-verlichting. In de varkenshouderij ziet men vaak alleen de relatief goedkope armaturen omdat corrosieve gassen ervoor zorgen dat duurdere systemen, zoals LED-lampen, snel beschadigd raken.
Om energie-efficiënt te verlichten in varkensstallen, is het belangrijk om te zorgen voor optimale natuurlijke lichtinval, waardoor het gebruik van kunstlicht kan worden beperkt. Streven naar minstens 3% glasoppervlak in verhouding tot het vloeroppervlak is een goede richtlijn.
Het is ook van essentieel belang om de lampen in de varkensstal regelmatig te reinigen om een optimaal lichtrendement te behouden. Een schoonmaakfrequentie van minimaal eens in de twee jaar is aanbevolen, waarbij je de armaturen en de muren eromheen niet moet vergeten.
Daarnaast moet je voldoen aan de minimale verlichtingsnorm, maar in stallen met ramen moet je rekening houden met het feit dat het licht niet gelijkmatig overal komt. Wees voorzichtig met lichtdoorlatende platen aan de zuidkant, omdat deze oververhitting kunnen veroorzaken.